Lijnzaadolie

Lijnzaadolie

Lijnzaadolie, of kortweg lijnolie, is olie afkomstig uit de zaden van olievlas. Olievlas hoort tot dezelfde soort als vezelvlas maar verschilt van vezelvlas doordat de planten van olievlas kort en sterk vertakt zijn en die van vezelvlas lang en weinig vertakt. De zaden van olievlas bevatten ongeveer 40% olie.

Lijnzaadolie wordt gemaakt door de zaden van olievlas uit te persen. Het restant van de vlaszaden wordt als lijnkoeken voor veevoer gebruikt. Bij het telen van vlas ten behoeve van de olieproductie is dus een hoge zaadopbrengst van belang.

Lijnzaadolie moet in donkere flessen bewaard worden, omdat de olie onder invloed van (zon)licht in kwaliteit achteruitgaat.

Geschiedenis

Lijnzaadolie werd tot ongeveer 1930 uit vlaszaad gewonnen in oliemolens en met oliewringers en handmolens. Er zijn diverse molens waar nog steeds olie geslagen wordt. In het Noorden en Oosten van Nederland zijn dat De Passiebloem in Zwolle, de Woldzigt in Roderwolde, De Wachter in Zuidlaren, de Oostendorper watermolen in Haaksbergen, Pelmolen Ter Horst in Rijssen, Noordmolen in Ambt Delden en de Korenmolen in Eerbeek. In de Zaanstreek slaan nog steeds De Bonte Hen, Het Pink en De Zoeker olie. In Zuid-Nederland doen de Kilsdonkse Molen in Dinther, de Holten’s Molen in Deurne, de Collse Watermolen in Eindhoven en de Leumolen in Nunhem dat. In België wordt in de Laermolen, een onderslag watermolen, te Hoogstraten ook nog lijnzaadolie geslagen.

Menselijke consumptie

Lijnzaadolie is niet geschikt voor bakken en braden, aangezien alfa-linoleenzuur sterk onverzadigd en daarom zeer oxidatiegevoelig is. Koudgeperste lijnzaadolie wordt (onverhit) wel gebruikt als bron van omega 3, 6 en 9 vetzuren, vanwege het hoge gehalte alfa-linoleenzuur. Het gehalte aan omega 3, 6 en 9 vetzuren in lijnzaadolie is het hoogste van alle plantaardige oliën. Er is overigens wel vlaszaad ontwikkeld waarin het gehalte alfa-linoleenzuur via genetische technologie omlaag is gebracht.

Lijnzaadolie van een natuurlijk olievlasras heeft de volgende samenstelling:

  • Linoleenzuur >50%
  • Linolzuur 10-20%
  • Oliezuur 10-20%
  • Stearinezuur <10%
  • Palmitinezuur ongeveer 5%
  • Eicoseenzuur <1%
  • Erucazuur <1%
Noordmolen-Twickel-Vlasbloem
Noordmolen-Twickel-Lijnzaad
Noordmolen-Twickel-Productfoto-Lijnzaadolie
Noordmolen-Twickel-Etiket-Oliefles

Beoordeling van cyanogene glycosiden in lijnzaad

Voedingscentrum

Is lijnzaad gezond?
Lijnzaad staat in de Schijf van Vijf. In lijnzaad zit veel omega 3-vetzuren en veel vezels. Overgangsklachten zoals opvliegers verminderen niet door het eten van lijnzaad. Verder is er onvoldoende bewijs dat lijnzaad de kans op borstkanker kan verkleinen. Lees daarover meer op de website over voeding en kanker.

Gelden er ook beperkingen voor lijnzaadolie?
Bij lijnzaadolie speelt de problematiek rond cyanide veel minder. De cyanogene glycosiden die in lijnzaad voorkomen blijven in de koek (pulp) achter bij het persen van de olie. Eventuele kleine resten die overblijven in de olie vormen geen veiligheidsprobleem.

Lees HIER het hier het hele artikel waar bovenstaande alinea’s uit zijn overgenomen.

Bron: Voedingscentrum

RIVM

Onderwerp
Het Voedingscentrum geeft op haar website een voedingsadvies voor lijnzaad vanwege de aanwezigheid hierin van cyanogene glycosiden. In 2015 heeft het RIVM vragen van het Voedingscentrum beantwoord over het aanpassen van het advies, ook naar aanleiding van een opinie van het Duitse Bundesinstitut für Risicobewertung (BfR) (RIVM, 2015). Het RIVM heeft toen aangegeven dat de beoordeling van lijnzaad mogelijk aangepast zou moeten worden op basis van de uitkomsten van opinies van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) over cyanogene glycosiden. In 2016 heeft EFSA een opinie uitgebracht over cyanogene glycosiden in abrikozenpitten en producten die abrikozenpitten bevatten (EFSA, 2016), en in 2019 een opinie over cyanogene glycosiden in andere producten zoals lijnzaad (EFSA, 2019). Naar aanleiding van deze EFSA- opinies heeft de Europese Commissie maximumgehalten voor waterstofcyanide in lijnzaad vastgesteld.

Vraagstelling
RIVM heeft in 2015 vragen beantwoord van het Voedingscentrum over hun advies over lijnzaad. Naar aanleiding van het uitkomen van EFSA opinies over cyanogene glycosiden en de vaststelling van een maximumgehalte voor waterstofcyanide in lijnzaad vraagt het Voedingscentrum het RIVM wat dit betekent voor de maximaal te consumeren hoeveelheid lijnzaad en de zinsnede “beperkt en tijdelijk gebruik”. Hiermee wordt de eerdere beoordeling uit 2015 geactualiseerd.

Download HIER het onderzoek.

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Opmerking met betrekking tot lijnzaadolie
Het bovenstaande onderzoek gaat helaas enkel over de consumptie van lijnzaad, en niet over de consumptie van lijnzaadolie. Kijkend naar de aanbevolen norm voor consumptie van maximaal 28 gram lijnzaad per dag van een volwassen persoon van 70 kilo, gaan we er vanuit het volgende te kunnen stellen.

Een volwassen persoon kan gemiddeld een eetlepel lijnzaadolie goed verdragen. Een eetlepel lijnzaadolie weegt 8 gram. Daar de problematiek met betrekking tot cyanide bij lijnzaadolie veel minder speelt, is cyanide in het geval van consumptie van lijnzaadolie te verwaarlozen.

Industrieel gebruik

Het product wordt als rauwe lijnzaadolie, gekookte lijnzaadolie (standolie) of als flax oil (vlasolie) op de markt gebracht. Lijnzaadolie is het belangrijkste onderdeel van linoleum. Verder wordt het gebruikt voor het maken van zeep en kunsthars. Ook wordt het gebruikt in brood.

Lijnzaadolie wordt wel gebruikt om gietijzeren en stalen pannen van een beschermend laagje te voorzien, zodat ze geschikt zijn om in de keuken te gebruiken. Dit wordt het inbranden van een pan of bakvorm genoemd.

Lijnzaadolie is in Europa een van de vroegst gebruikte oliën voor verdere verwerkingen. Het is een bestandsdeel van diverse verfsoorten waaronder van oudsher olieverf. Ook kan het gebruikt worden als basis voor vernislak. Daarnaast wordt lijnzaadolie gebruikt voor de conservering van ongeverfd hout en van visnetten. Deze gebruiken zijn gebaseerd op het uitharden (polymeriseren) van de olie. Er zijn twee soorten lijnzaadolie: rauw en gekookt. Rauwe lijnzaadolie hardt minder snel uit dan de gekookte variant. “Gekookte” lijnzaadolie is meestal niet in temperatuur verhoogd maar heeft metaalzouten (met name kobalt) die het polymeriseren katalyseren.

Met lijnzaadolie verontreinigde lappen kunnen, door het polymeriseren, brandgevaarlijk zijn. Als lappen of keukenpapier met lijnzaadolie op een hoop worden gelegd kan er een exotherme chemische reactie optreden, met warmteontwikkeling tot gevolg. Dit heet ‘broei’ en kan tot brand leiden. Er wordt daarom geadviseerd om lappen en doeken waar lijnzaadolie in zit, vlak op te hangen om de lappen te laten drogen.

Ook in schoonmaakmiddelen vindt men lijnzaadolie, onder andere in vloeibare vloerzeep (mousse de lin).